Op deze pagina lees je de visie van de HGO over de thema’s Beschikbaarheid en Betaalbaarheid.
Opgesteld in april 2024
BESCHIKBAARHEID
De beschikbaarheid van sociale woningen in Nederland is een belangrijk onderwerp. Het vinden van een passende en betaalbare woning is voor veel mensen moeilijk. Voor mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden, zoals dak- en thuislozen, statushouders of mensen die uitstromen uit een intramurale instelling is de uitdaging nog groter. Daarom moet binnen Nederland een betere verdeling komen als het gaat om het aantal sociale huurwoningen in de woningvoorraad. De overheid heeft verschillende maatregelen genomen om de beschikbaarheid van sociale woningen te verbeteren.
Volgens de RIJKSOVERHEID is het streven dat alle gemeenten naar 30% sociale woningen toegroeien. Dit zou moeten zorgen voor een betere verdeling van sociale huurwoningen over het land en voldoende sociale huurwoningen beschikbaar maken.
Gemeenten die al ruim voldoen aan de 30% kunnen zich concentreren op de bouw van woningen voor middeninkomens (koop en huur). Daarnaast moet elke gemeente een woonzorgvisie en een huisvesting- of urgentieverordening opstellen. Hierin wordt vastgesteld wat er nodig is aan ondersteuning en hoe bepaalde aandachtsgroepen met voorrang een woning kunnen krijgen.
Om dit doel te bereiken, is het streven dat corporaties tot en met 2030 in totaal 250.000 nieuwe sociale huurwoningen bouwen. Hierbij is het belangrijk dat er een evenredige verdeling komt tussen de verschillende gemeenten.
Er zijn nu gemeenten met minder dan 20% huurwoningen en gemeenten met meer dan 40% sociale huurwoningen. Om tot een evenwichtiger verdeling te kunnen komen moeten alle gemeenten streven naar minimaal 30% sociale huurwoningen. Hierover worden prestatieafspraken op regionaal niveau gemaakt. Met regionale verschillen wordt rekening gehouden en maatwerk moet mogelijk blijven. Op het moment dat er niet voldoende gedaan wordt om naar die 30% toe te groeien kan de provincie ingrijpen. Hier zal passende wetgeving voor gemaakt worden.
VERHUURDERSHEFFING TEN KOSTE VAN INVESTERINGEN
Uit een analyse (Aedes, VNG,Woonbond) blijkt dat de opgaven voor de sociale sector de komende jaren groot zijn en veel investeringen vragen. Een beperkt deel daarvan wordt gedaan door marktpartijen, maar het grootste deel is voor marktpartijen niet interessant. Die opgaven komen terecht bij gemeenten en de corporaties en die staan ervoor om hun bijdragen te leveren.
De huuropbrengst uit de sociale sector is de voornaamste financieringsbron voor dit maatschappelijke deel van de opgave. Huurders betalen een redelijke huur voor hun sociale huurwoning en dat geld wordt door de woningcorporaties weer gebruikt voor investeringen in de maatschappelijke opgaven.
Door het afschaffen van de verhuurdersheffing per 1 januari 2023 komt er bij de corporaties jaarlijks circa € 1,7 miljard aan investeringsruimte vrij.
De minister van Wonen heeft vier onderwerpen benoemd die volgens hem prioriteit moeten krijgen binnen de sociale huursector de komende jaren:
l. Betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep.
2.Realiseren van een energiezuinige sociale huurwoningvoorraad conform de afspraken in het
Nationaal Energieakkoord en het Convenant Energiebesparing Huursector.
3.Huisvesten van urgente doelgroepen.
4.Realiseren van wonen met zorg en ouderenhuisvesting (langer zelfstandig wonen)
BETAALBAARHEID
De betaalbaarheid van sociale woningen is een belangrijk onderwerp in Nederland. Betaalbaarheid wordt in Nederland over het algemeen gemeten door de verhouding tussen wat een huishouden moet betalen aan huur en het verzamelinkomen. Of een woning betaalbaar is of niet, hangt sterk af van individuele omstandigheden en keuzes. Dit maakt een uniforme definitie onmogelijk.
Woningcorporaties en overheden vinden het belangrijk dat alle huishoudens betaalbaar kunnen wonen. Ook de Woonbond en Aedes hebben grote zorgen over de betaalbaarheid van het huren, zeker voor mensen met een laag inkomen. Daarom zijn verschillende maatregelen genomen om de huren betaalbaar te houden en de positie van huurders te verbeteren.
Een van de maatregelen is de maximering van de jaarlijkse huurverhogingen in de gereguleerde en vrije sector. De huren in de gereguleerde sector mogen vanaf 1 juli 2024 met maximaal 5,8% stijgen. Dit percentage is gelijk aan de gemiddelde loonstijging van december 2022 tot december 2023 (CBS). Corporaties mogen de huren met gemiddeld 5,3% laten stijgen.
Voor huurders van een corporatiewoning betekent dit dat het inkomen gemiddeld meer stijgt dan de huur omhoog gaat. Huurtoeslagontvangers krijgen de huurverhoging goeddeels vergoed door de huurtoeslag, die bij een hogere huur ook hoger wordt.
De overheid stelt regels vast voor onder meer het huurprijsbeleid, de huurtoeslag en het (passend) toewijzen van sociale woningen voor mensen die dat vanwege hun (inkomens)situatie nodig hebben.